Ontvang onze nieuwsbrief:

Verslag Nieuwjaarsborrel 1998: Flashable Adaptable

Adri den Hartog (li) Jouke Post (op de trap)

15 januari 1998: Verslag van de Nieuwjaarsborrel op 15 januari 1998 met Flex building & interior systems en bij GE Capital Yellowcabin.


 


Nieuwjaarsborrel 1998:
Flashable Adaptable

De centrale vraag van Jouke Post voorzitter van Booosting is tijdens de 1e Booosting
Bijeenkomst van dit jaar: ’Wat is tijdelijk, wat is eeuwig? Zijn Booosting-baby misschien? Het kantoorpand dat dit jaar uiteindelijk van de grond komt en vervolgens na 20 jaar in elkaar stort?’ Hij is een groot voorstander van het tijdelijke. Je zou dus denken dat hij blij is met het onderwerp van vandaag: tijdelijke ruimten. Niets is minder waar, hij vreest dat de aanpak van Flex én de cabins niet zo niéuw zijn. We horen het aan.

Arie den Hartog plantmanager van GE Capital Yellowcabin, schetst als opdrachtgever de situatie. De categorie voor (semi-)permanente bouw met veel specifieke eisen van klanten, diende verbeterd te worden. Na een gemiddelde huurtermijn van 6 à 7 maanden stortte de wereld elke keer in: ‘Dan begon de ellende. Ombouwen en nog eens ombouwen.’ De voorraad specifieke units was veel te hoog en moest omlaag. Na een mislukte eigen ontwikkelingspoging werd Flex ingeschakeld.

Harm Boomsma directeur van Flex building & interior systems, een kortgeleden tot Booosting toegetreden product-innovatiebureau en specifiek gericht op de bouw, vervolgt met een algemene uitleg over de strategie van deze productontwikkeling. De nieuwe unit diende aan de volgende eisen te voldoen: flexibiliteit, klimaat, snel, makkelijk te verplaatsen, stapelen en schakelen.
Er ontstond een dilemma in het ontwerp omdat een standaardproduct dat continue aanpassing behoeft bedacht moest worden, maar ook moest rekening gehouden worden met de beleving van klanten. Gebruikers denken in ‘ruimte’ en niet in units. Plaastings- en transportkosten blijven bij het nieuwe systeem relatief hoog. De winst was dus te halen uit meer ‘flashable & adaptable’ systeem, dat wil zeggen besparing op de montagekosten. Het is een industrieel product met standaardisatie op componentennivo geworden. Bouwen wordt veel meer een assemblageproduct. Industrieel bouwen loont!

 

Erik Roscam Abbing projectmanager van Flex building & interior systems, vertelt iets van de uitgangspunten:
1. Het stramien
De basis van alle units bestaat uit standaardcomponenten. Deze worden op voorraad gehouden. Specifieke voorzieningen worden apart ge(de)monteerd.
2. De structuur
De structuur van alle units heeft een basis van staal en bestaat uit eenzelfde opbouw van vloer, vier kolommen en een dak. In het plafond bevinden zich de voorzieningen. Om de ruimte optimaal te benutten, zitten er stralingsverwarmingselementen in het plafond.
3. De invulling.
Te denken valt aan sanitair, binnen- en buitenwanden en andere specifieke onderdelen. In feite is elk type plattegrond en gevel te creëren.
4. Koppelen en stapelen
Ook hier staan flexibiliteit, snelheid en betrouwbaarheid voorop. Wanden en vloeren zijn volledig vlak gekoppeld en in de ruimte bevinden zich geen kolommen. De wandpanelen zijn allen één meter breed. Ramen, deuren en gesloten delen zijn in een handomdraai, om exact te zijn in tien minuten, uitwisselbaar. Fraai is ook het plat-ovale koppeldetail voor elektrische voorzieningen n het plafond.

Een kijkje op het terrein met een demonstratie van de snelle ombouwmogelijkheid en uitwisselbaarheid van de wandpanelen levert het bewijs. Flexibiliteit ten top.  

 

Prof. Age van Randen houdt een ‘na-lezing’.
Hij is het niet eens met Boomsma, die over innovaties in de bouw de stelling heeft dat 'innovatie alleen succesvol is als dit voor alle bestaande partijen voordeel oplevert’. Hij grijpt terug op zijn Matura-inbouwsysteem dat nét als Flash inspeelt op individuele wensen van de klant. Daar is hij wel blij mee. Vervolgens legt hij de relatie met de woningmarkt. Tot nog toe zijn de units op de Nederlandse markt in gebruik als tijdelijke ruimtes voor bijvoorbeeld industrie, horeca en onderwijs. Voor deze grote markt ligt voor Flex volgens hem een grote kans. Hij doet hen het idee aan de hand om stap voor stap de ‘dragers‘ op te delen in subsystemen en vervolgens elk subsysteem te verzelfstandigen. Bijvoorbeeld variatie in invul-gevelelementen. N   iet nieuw, wel aardig.


Tijdens de discussie blijkt dat men niet gelooft dat het ontwerpproces zo vlekkeloos is verlopen als werd geschetst, maar dit wordt helaas niet veel verder toegelicht. Het ‘ontketen’ is ook nog niet echt gelukt. De reden blijkt gelegen in logistieke eisen die de voorkeur genoten. Verder was men razend nieuwsgierig naar de besparing van kosten. Maar met een commercieel product als dit werd daar jammer genoeg niet veel over uit de doeken gedaan.

Voordat de ruim 50 man een nieuwjaarsborrel drinkt, werpt de voorzitter een korte blik op het afgelopen jaar. Belangrijker is de toekomst, waarin hij voorspelt dat er in de bouw steeds meer sprake zal zijn van een ‘symbiotische‘ productie. Voor Booosting wordt 1998 een speciaal jaar: in augustus bestaat de Stichting Industrieel Bouwen Nederland 10 jaar. Age van Randen zei het al: ‘De bouw moet en zal over de kop en elke Booosting-bijeenkomst draagt hieraan een stukje bij’. En met Harm Boomsma zijn we het ook eens: Industrieel bouwen loont.We gaan door!

Jolanda Steenhouwer
Secretariaat Booosting

 

Aankondiging Nieuwjaarsborrel 1998

 

Naam:
Email:
Titel:
Commentaar:
Capcha:
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie | T 06-2211 4701 | E info@booosting.nl | W www.booosting.nl